Verzorging
Luchtplantjes of airplants zijn Epifyten, dat zijn plantjes die oorspronkelijk groeien aan bomen, planten of op rotsen. Ze behoren tot de Bromelia familie.
Hun voeding halen ze uit de lucht: zuurstof, stofjes en regen/ hoge luchtvochtigheid, vandaar ook de naam luchtplantjes/Airplants.
Dit gaat via de schubben op de bladeren. Deze worden Tricoms genoemd. Ook beschermen de Tricoms de plant bijvoorbeeld tegen de brandende zon. Wortels hebben ze bijna niet, deze gebruiken ze om zich vast te houden aan bijvoorbeeld de boom.
Tillandsia's
Tillandsia’s krijgen bijna altijd na hun bloeiperiode baby’s. Deze noemen ze Pups en deze groeien bij de meeste Tillandsia’s tussen de onderste bladeren.
Tijdens hun groei duwen ze de bladeren van de moeder plant opzij voor licht en voeding.
Tillandsia’s komen voornamelijk voor in tropische gebieden, zoals Midden en Zuid Amerika. De dun bladige groene in regenachtige gebieden en de dikkere grijs bladige in drogere gebieden. Wist je dat er wel meer dan 500 verschillende soorten zijn?
Ze zijn makkelijk in de verzorging, je hebt geen “groene vingers” nodig.
STANDPLAATS
Luchtplantjes houden van frisse lucht, plaats ze dus niet boven een
(brandende) verwarming.
Ze hangen in een niet te natte
zomer ook graag buiten!
Ze staan het liefst in indirect zonlicht,
maar in de winter is volle zon ook goed.
Water geven
Spray ze 1 of 2 keer in de week met de plantenspuit (het liefst met regenwater). Daarna laat je ze op de kop drogen, zodat er geen water tussen de bladeren blijft staan, dit is om rotting te voorkomen. In de natuur zorgen wind en de zon er voor, dat het water tussen de bladeren snel opdroogt. Laat ze dus nooit te lang nat blijven.
Wil je je plantje extra verwennen? Geef ze dan een badje met lauwwarm regenwater. Hier kunnen ze best een uurtje in blijven liggen. En zet ze op een mooie dag eens buiten!
Let wel: Liever te weinig dan te veel water. Van te veel water kunnen ze niet meer herstellen.
In verhouding met andere planten, kunnen luchtplantjes een langere periode zonder water. Wel ongeveer 4 tot 8 weken.
